
Series / Specials
Het scifi-genre is ongelooflijk populair, maar waarom eigenlijk?
Het genre heeft altijd al een schare liefhebbers gehad, maar stijgt tot grote hoogte.
Genres komen en gaan in de amusementsindustrie. Zo was het superheldengenre tot zo'n vijf jaar geleden razendpopulair, terwijl velen tegenwoordig juist vinden dat er sprake is van oververzadiging. Er lijkt een verschuiving te hebben plaatsgevonden richting science fiction.
Dit genre is bij uitstek geschikt om moderne maatschappelijke vragen op een creatieve manier vorm te geven. De opkomst van social media en A.I. draagt immers wereldwijd bij aan grote verschuivingen. Als gevolg hiervan worden, begrijpelijk, vragen omtrent de toekomst gesteld, naast discussies over filosofische kwesties zoals bewustzijn en identiteit. Scifi biedt de nodige mogelijkheden om dit soort thema's te verkennen; het genre richt zich bij uitstek op technologie, de weerslag hiervan op de toekomst en het menselijk bewustzijn.
Science fiction werd in de 20e eeuw populair en heeft meerdere subcategorieën, waarbij de zogeheten 'harde scifi' een stuk uitdagender is om te verfilmen dan de 'zachte scifi'. De reden hiervoor is de kosmische schaal en de abstracte ideeën die je in de eerste categorie aantreft. Harde scifi gebruikt daadwerkelijke wetenschappelijke theorieën en vliegt zowel letterlijk als figuurlijk de kosmos in. Personages worden niet echt diepgaand uitgewerkt en de plot is vaak minder belangrijk. Zachte scifi is meer gericht op de concrete weerslag van technologie op de mensheid en op de maatschappij. Daarnaast worden zaken als identiteit en contact met buitenaards leven vaak in spannende plotlijnen uitgewerkt.
De eerste categorie bracht schrijvers voort zoals Arthur C. Clarke en Stephen Baxter, die allebei thuis zijn in de harde wetenschap. Baxter is ingenieur en wiskundige, Clarke studeerde wis- en natuurkunde. In hun werk staan over het algemeen grootse thema's centraal, zoals de oneindige kosmos, de dubbelzinnigheid van contact met buitenaards leven en de evolutie van de menselijke geest. Deze thema's zijn niet makkelijk over te brengen op het scherm, waardoor er relatief minder verfilmingen zijn van hun werk. Je zou dus kunnen zeggen dat er een abstracte en een concrete benadering bestaat.
Stanley Kubricks 2001: A Space Odyssey is een verfilming van Clarke's korte verhaal 'De Schildwacht' (The Sentinel) uit de bundel 'Zomer op Icarus' (Summertime on Icarus). De film is een klassieker en brengt de sfeer van Clarke's werk goed over. Het is voornamelijk een visueel verhaal, met weinig dialoog en gericht op het overbrengen van een bepaalde sfeer. Denis Villeneuve, die eerder Frank Herberts 'Duin'-boeken verfilmde, is momenteel bezig om Clarke's roman Rendez-vous met Rama op het grote scherm te brengen. Van Baxters werk is tot op heden nog geen verfilming gemaakt. De rechten op 'Evolution' zijn wel aangekocht, maar er zijn tot op heden geen concrete plannen.
In de categorie van de zachte scifi zijn schrijvers zoals Philip K. Dick en William Gibson te vinden. Hoewel er duidelijke verschillen zijn tussen deze twee auteurs, hebben ze gemeen dat ze meer op een psychologisch en 'concreet' niveau zitten. In hun boeken en verhalen staan individuen centraal, die te maken krijgen met een technologisch geavanceerde wereld, waarin grenzen tussen mens en machine vervagen en de vragen die dit met zich meebrengt. De film Blade Runner is hier een ijzersterk voorbeeld van en is gebaseerd op Dicks korte verhaal 'Dromen Androids van Elektrische Schapen?' (Do Androids Dream of Electric Sheep?).
Gibson heeft het cyberpunkgenre uitgevonden: cyborgs en de grens tussen menselijke en kunstmatige intelligentie zijn veelvoorkomende elementen in zijn werk. Hij schrijft op een strakke manier, met een zogeheten 'neon' esthetiek en een geheel eigen stijl. Zijn iconische boek Neuromancer wordt momenteel door Apple TV+ bewerkt tot een serie, daarnaast is zijn oeuvre een belangrijke inspiratie geweest voor de 'Matrix'-films. Het genre toont de filosofische, kosmische benadering en een maatschappelijke en psychologische benadering. Scifi biedt hiermee een passend kader om vragen, die bij uitstek in de moderne tijd leven, creatief vorm te geven en op die manier behapbaar te maken.
Dit genre is bij uitstek geschikt om moderne maatschappelijke vragen op een creatieve manier vorm te geven. De opkomst van social media en A.I. draagt immers wereldwijd bij aan grote verschuivingen. Als gevolg hiervan worden, begrijpelijk, vragen omtrent de toekomst gesteld, naast discussies over filosofische kwesties zoals bewustzijn en identiteit. Scifi biedt de nodige mogelijkheden om dit soort thema's te verkennen; het genre richt zich bij uitstek op technologie, de weerslag hiervan op de toekomst en het menselijk bewustzijn.
Kosmische schaal
Science fiction werd in de 20e eeuw populair en heeft meerdere subcategorieën, waarbij de zogeheten 'harde scifi' een stuk uitdagender is om te verfilmen dan de 'zachte scifi'. De reden hiervoor is de kosmische schaal en de abstracte ideeën die je in de eerste categorie aantreft. Harde scifi gebruikt daadwerkelijke wetenschappelijke theorieën en vliegt zowel letterlijk als figuurlijk de kosmos in. Personages worden niet echt diepgaand uitgewerkt en de plot is vaak minder belangrijk. Zachte scifi is meer gericht op de concrete weerslag van technologie op de mensheid en op de maatschappij. Daarnaast worden zaken als identiteit en contact met buitenaards leven vaak in spannende plotlijnen uitgewerkt.
De eerste categorie bracht schrijvers voort zoals Arthur C. Clarke en Stephen Baxter, die allebei thuis zijn in de harde wetenschap. Baxter is ingenieur en wiskundige, Clarke studeerde wis- en natuurkunde. In hun werk staan over het algemeen grootse thema's centraal, zoals de oneindige kosmos, de dubbelzinnigheid van contact met buitenaards leven en de evolutie van de menselijke geest. Deze thema's zijn niet makkelijk over te brengen op het scherm, waardoor er relatief minder verfilmingen zijn van hun werk. Je zou dus kunnen zeggen dat er een abstracte en een concrete benadering bestaat.
Sfeervol met weinig plot
Stanley Kubricks 2001: A Space Odyssey is een verfilming van Clarke's korte verhaal 'De Schildwacht' (The Sentinel) uit de bundel 'Zomer op Icarus' (Summertime on Icarus). De film is een klassieker en brengt de sfeer van Clarke's werk goed over. Het is voornamelijk een visueel verhaal, met weinig dialoog en gericht op het overbrengen van een bepaalde sfeer. Denis Villeneuve, die eerder Frank Herberts 'Duin'-boeken verfilmde, is momenteel bezig om Clarke's roman Rendez-vous met Rama op het grote scherm te brengen. Van Baxters werk is tot op heden nog geen verfilming gemaakt. De rechten op 'Evolution' zijn wel aangekocht, maar er zijn tot op heden geen concrete plannen.
In de categorie van de zachte scifi zijn schrijvers zoals Philip K. Dick en William Gibson te vinden. Hoewel er duidelijke verschillen zijn tussen deze twee auteurs, hebben ze gemeen dat ze meer op een psychologisch en 'concreet' niveau zitten. In hun boeken en verhalen staan individuen centraal, die te maken krijgen met een technologisch geavanceerde wereld, waarin grenzen tussen mens en machine vervagen en de vragen die dit met zich meebrengt. De film Blade Runner is hier een ijzersterk voorbeeld van en is gebaseerd op Dicks korte verhaal 'Dromen Androids van Elektrische Schapen?' (Do Androids Dream of Electric Sheep?).
Gibson heeft het cyberpunkgenre uitgevonden: cyborgs en de grens tussen menselijke en kunstmatige intelligentie zijn veelvoorkomende elementen in zijn werk. Hij schrijft op een strakke manier, met een zogeheten 'neon' esthetiek en een geheel eigen stijl. Zijn iconische boek Neuromancer wordt momenteel door Apple TV+ bewerkt tot een serie, daarnaast is zijn oeuvre een belangrijke inspiratie geweest voor de 'Matrix'-films. Het genre toont de filosofische, kosmische benadering en een maatschappelijke en psychologische benadering. Scifi biedt hiermee een passend kader om vragen, die bij uitstek in de moderne tijd leven, creatief vorm te geven en op die manier behapbaar te maken.