Series / Nieuws
Hoe AI jouw kijkgewoonten voorspelt: 'The Crown' loopt voorop met technologie
Kunstmatige intelligentie gaat vaststellen waar jij nu precies naar kijkt.
In een tijd waarin trailers en promobeelden elkaar razendsnel opvolgen, zoeken marketingteams naar nieuwe manieren om op te vallen. Eén van die methodes komt uit de hoek van kunstmatige intelligentie. Eye-tracking software, aangedreven door AI, biedt inzicht in waar het menselijk oog het eerst op valt en dat blijkt waardevolle informatie voor wie series en films wil vermarkten.
AI wordt allang niet meer alleen ingezet voor deepfake-trailers of geautomatiseerde scripts. Ook in de reguliere marketingwereld van film en televisie wint het terrein. Het Londense bureau Once Upon a Time werkt met Dragonfly AI, een tool die met behulp van algoritmes meet welke elementen van een beeld de meeste aandacht trekken. Die technologie is inmiddels onderdeel van campagnes voor onder andere The Crown en Venom.
Opvallend is dat tools als Dragonfly AI pas na het creatieve proces worden ingezet. De software wordt dus niet gebruikt om artwork te ontwerpen, maar om bestaand promomateriaal te analyseren. Zo kunnen beelden worden aangepast aan het platform waarop ze verschijnen, bioscoop, streamingdienst of televisie, zonder de originele visie overboord te gooien. Volgens strategiedirecteur Toby Richards biedt de technologie vooral een extra laag inzicht: “Het stelt ons in staat om visuele aandacht in kaart te brengen, maar het neemt de creatieve kant niet over.”
De inzet van eye-tracking helpt bovendien om de levensduur van een serie of film te verlengen. Marketingmateriaal dat is geoptimaliseerd voor verschillende uitingsvormen, van poster tot thumbnail, blijft langer effectief. Zeker nu veel producties meerdere distributiestappen doorlopen, is flexibiliteit cruciaal. Richards: “Het gaat erom hoe je hetzelfde materiaal kunt aanpassen aan verschillende contexten zonder de kern ervan te verliezen.”
De software meet aandacht, maar niet de emotie of het verhaal. De menselijke factor blijft dus essentieel. “AI kan vertellen wat opvalt, maar niet waarom het raakt. Daarvoor hebben we nog steeds de mens nodig,” aldus Richards. De technologie is geen wondermiddel, maar volgens Richards wel een waardevolle aanvulling: “Het helpt ons om op een andere manier waar te nemen, maar de waarneming zelf blijft ons werk.”
AI wordt allang niet meer alleen ingezet voor deepfake-trailers of geautomatiseerde scripts. Ook in de reguliere marketingwereld van film en televisie wint het terrein. Het Londense bureau Once Upon a Time werkt met Dragonfly AI, een tool die met behulp van algoritmes meet welke elementen van een beeld de meeste aandacht trekken. Die technologie is inmiddels onderdeel van campagnes voor onder andere The Crown en Venom.
Optimalisatie
Opvallend is dat tools als Dragonfly AI pas na het creatieve proces worden ingezet. De software wordt dus niet gebruikt om artwork te ontwerpen, maar om bestaand promomateriaal te analyseren. Zo kunnen beelden worden aangepast aan het platform waarop ze verschijnen, bioscoop, streamingdienst of televisie, zonder de originele visie overboord te gooien. Volgens strategiedirecteur Toby Richards biedt de technologie vooral een extra laag inzicht: “Het stelt ons in staat om visuele aandacht in kaart te brengen, maar het neemt de creatieve kant niet over.”
Gerelateerd nieuws
De inzet van eye-tracking helpt bovendien om de levensduur van een serie of film te verlengen. Marketingmateriaal dat is geoptimaliseerd voor verschillende uitingsvormen, van poster tot thumbnail, blijft langer effectief. Zeker nu veel producties meerdere distributiestappen doorlopen, is flexibiliteit cruciaal. Richards: “Het gaat erom hoe je hetzelfde materiaal kunt aanpassen aan verschillende contexten zonder de kern ervan te verliezen.”
Mens en machine
De software meet aandacht, maar niet de emotie of het verhaal. De menselijke factor blijft dus essentieel. “AI kan vertellen wat opvalt, maar niet waarom het raakt. Daarvoor hebben we nog steeds de mens nodig,” aldus Richards. De technologie is geen wondermiddel, maar volgens Richards wel een waardevolle aanvulling: “Het helpt ons om op een andere manier waar te nemen, maar de waarneming zelf blijft ons werk.”
