Recensie
Prime Video-serie 'Suga: Ride or Die': bende met een motorbende
Miniserie van de makers van 'Penoza' raffelt de plots en personages af in veel te weinig afleveringen.
Regie: Diederik van Rooijen | Cast: Gijs Naber (Sander 'Suga' Zoeteman), Elise Schaap (Lynn van Veen), Salie Harmsen (Candy Zoeteman), Teun Kuilboer (Leonard 'Spike' Spijkers), Monic Hendrickx (Noor de Wit), Eva van Merwe (Melissa Zoeteman), e.a. | Afleveringen: 5 | Speelduur: 44-49 minuten | Jaar: 2025
Bij criminele motorbendes is de onderlinge broederschap sterk en hecht, maar als je eruit ligt dan lig je er ook echt uit. Wanneer je wordt geëxcommuniceerd ben je niet alleen vogelvrij maar heb je ook een financiële schuld aan de club. Precies dit overkomt Sander Zoeteman, onder zijn maten en familie beter bekend als Suga. Wanneer hij de gevangenis mag verlaten wegens onvoldoende bewijs voor betrokkenheid bij criminele activiteiten, wordt de president van de Devil Drifters van de troon gestoten.
Suga: Ride or Die komt uit de koker van Diederik van Rooijen die met Penoza een van beste Nederlandse misdaadseries van het afgelopen decennium afleverde. Voor de hoofdrollen zette hij prominente namen in. Gijs Naber vult de titelrol in en oogt als een stoere, uit de kluiten gewassen Viking vol tatoeages. Naast (voormalig) president van de motorclub is hij vooral ook een familieman, iets wat Van Rooijen maar al te graag benadrukt. Terwijl Suga in hechtenis zit moet hij vernemen dat de oudste van zijn twee dochters tijdens een dollemansrit op haar vaders motor om het leven is gekomen.
Suga laat vrouw Candy en jonge dochter Melissa achter. In terugblikken komen we te weten dat Candy eerst ‘toebehoorde’ (want in die termen wordt er over haar gesproken) aan Suga's beste vriend Spike. Onder zijn vertrouwelingen vallen daarnaast Candy's broer Marcel, die natuurlijk ook weer een bijnaam heeft. Het Openbaar Ministerie krijgt geen grip op de vermeende criminele praktijken van de Drifters en loopt samen met de politie voortdurend achter de feiten aan. Bovendien rammelt de deksel van een beerput die de familieverhoudingen op scherp stelt.
In slechts vijf afleveringen tracht Van Rooijen een complex web te weven van de verwevenheid van onder- en bovenwereld, ingekleurd door persoonlijke motieven en achtergronden. Waar dit in Penoza nog goed werkte – gangstervrouw neemt tegen wil en dank de praktijken van haar overleden man over – worden hier de complexe persoonlijke factoren er met de haren bijgesleept. Elk personage, hoofd- of bijfiguur, heeft wel wat te verstouwen op het privévlak. Zo is Officier van Justitie Lynn van Veen de voogd van haar nichtje geworden en zit ze om de haverklap met haar neus in de witte poeder. Het is wachten op een ongeluk.
Door de korte speelduur, de zwaar gecomprimeerde plots en de vlakke karakteruitwerking krijgt Suga niet de tijd en ruimte om te ademen en in te dalen. Wat dan niet helpt is dat de meeste personages karikaturen zijn. Suga is de ruwe bolster, blanke pit en Teun Kuilboer is voor de zoveelste keer in dezelfde valkuil getrapt van de ongepolijste, onbehouwen gangster dat typecasting op de loer ligt. Van Rooijen is met zijn strakke regie en mooie beeldvoering op zijn sterkst wanneer de actie de boventoon voert en we niet bezig hoeven te zijn met de tamelijke oninteressante emotionele sores van de personages.
Die momenten zijn echter schaars. Suga trapt af met het ongeluk van dochter Daisy en een motorbendes die elkaar in de haren vliegen vanwege een mislukte methdeal en afrekening in een tunnel. Na dit sterke begin rijdt de motorclub in razend tempo op een blinde muur af. Het is bovendien zonde dat Penoza-ster Monic Hendrickx op de zijlijn wordt geplaatst en bijvoorbeeld Soldaat van Oranje-ster Matteo van der Grijn alleen maar boos mag grommen met een zakdoek om zijn hoofd. Alsof we naar een stel stripfiguren zitten te kijken.
Bij criminele motorbendes is de onderlinge broederschap sterk en hecht, maar als je eruit ligt dan lig je er ook echt uit. Wanneer je wordt geëxcommuniceerd ben je niet alleen vogelvrij maar heb je ook een financiële schuld aan de club. Precies dit overkomt Sander Zoeteman, onder zijn maten en familie beter bekend als Suga. Wanneer hij de gevangenis mag verlaten wegens onvoldoende bewijs voor betrokkenheid bij criminele activiteiten, wordt de president van de Devil Drifters van de troon gestoten.
Suga: Ride or Die komt uit de koker van Diederik van Rooijen die met Penoza een van beste Nederlandse misdaadseries van het afgelopen decennium afleverde. Voor de hoofdrollen zette hij prominente namen in. Gijs Naber vult de titelrol in en oogt als een stoere, uit de kluiten gewassen Viking vol tatoeages. Naast (voormalig) president van de motorclub is hij vooral ook een familieman, iets wat Van Rooijen maar al te graag benadrukt. Terwijl Suga in hechtenis zit moet hij vernemen dat de oudste van zijn twee dochters tijdens een dollemansrit op haar vaders motor om het leven is gekomen.
Suga laat vrouw Candy en jonge dochter Melissa achter. In terugblikken komen we te weten dat Candy eerst ‘toebehoorde’ (want in die termen wordt er over haar gesproken) aan Suga's beste vriend Spike. Onder zijn vertrouwelingen vallen daarnaast Candy's broer Marcel, die natuurlijk ook weer een bijnaam heeft. Het Openbaar Ministerie krijgt geen grip op de vermeende criminele praktijken van de Drifters en loopt samen met de politie voortdurend achter de feiten aan. Bovendien rammelt de deksel van een beerput die de familieverhoudingen op scherp stelt.
In slechts vijf afleveringen tracht Van Rooijen een complex web te weven van de verwevenheid van onder- en bovenwereld, ingekleurd door persoonlijke motieven en achtergronden. Waar dit in Penoza nog goed werkte – gangstervrouw neemt tegen wil en dank de praktijken van haar overleden man over – worden hier de complexe persoonlijke factoren er met de haren bijgesleept. Elk personage, hoofd- of bijfiguur, heeft wel wat te verstouwen op het privévlak. Zo is Officier van Justitie Lynn van Veen de voogd van haar nichtje geworden en zit ze om de haverklap met haar neus in de witte poeder. Het is wachten op een ongeluk.
Door de korte speelduur, de zwaar gecomprimeerde plots en de vlakke karakteruitwerking krijgt Suga niet de tijd en ruimte om te ademen en in te dalen. Wat dan niet helpt is dat de meeste personages karikaturen zijn. Suga is de ruwe bolster, blanke pit en Teun Kuilboer is voor de zoveelste keer in dezelfde valkuil getrapt van de ongepolijste, onbehouwen gangster dat typecasting op de loer ligt. Van Rooijen is met zijn strakke regie en mooie beeldvoering op zijn sterkst wanneer de actie de boventoon voert en we niet bezig hoeven te zijn met de tamelijke oninteressante emotionele sores van de personages.
Die momenten zijn echter schaars. Suga trapt af met het ongeluk van dochter Daisy en een motorbendes die elkaar in de haren vliegen vanwege een mislukte methdeal en afrekening in een tunnel. Na dit sterke begin rijdt de motorclub in razend tempo op een blinde muur af. Het is bovendien zonde dat Penoza-ster Monic Hendrickx op de zijlijn wordt geplaatst en bijvoorbeeld Soldaat van Oranje-ster Matteo van der Grijn alleen maar boos mag grommen met een zakdoek om zijn hoofd. Alsof we naar een stel stripfiguren zitten te kijken.