Recensie
HBO Max-serie 'It: Welcome to Derry': genoeg bloederige horror maar te weinig Pennywise
De bekendste horrorclown ter wereld is terug, maar het duurt even voordat hij zich weer laat zien.
Regie: Andy Muschietti, Andrew Bernstein, Emmanuel Osei-Kuffour Jr., e.a. | Cast: Taylour Paige (Charlotte Hanlon), Chris Chalk (Dick Hallorann), Jovan Adepo (Leroy Hanlon), James Remar (Francis Shaw), Stephen Rider (Hank Grogan), Bill Skarsgård (Pennywise), e.a. | Afleveringen: 8 | Speelduur: 54–66 minuten | Jaar: 2025
It: Welcome to Derry laat zien hoe de gevreesde clown Pennywise in het Amerikaanse stadje Derry terechtkwam. Probleem is alleen dat de meeste details daarover al door de twee recente It-films zijn onthuld. Heeft de horrorclown van Stephen King daarmee nog genoeg materiaal voor een serie of kan het circus beter vertrekken naar de volgende stad?
In zekere zin is It: Welcome to Derry meer in lijn met het Kings bronmateriaal dan de twee recente films die daarop werden gebaseerd. Deze prequelserie vindt plaats in de vroege jaren zestig. Een stuk dichter bij de jaren vijftig van het boek dan de jarentachtigsetting à la Stranger Things waar de films voor kozen.
De nieuwe tijdsperiode is gelijk een goede stemmingmaker. De politiek geladen sixties, vol prominent racisme en vreemdelingenhaat, lenen zich namelijk goed voor een verhaal over angst. Nog een fijn verschil met de films verschijnt al gelijk in de eerste scène: massa's geweld. Regisseur Andy Muschietti krijgt ditmaal veel meer ruimte om bloederige horror te verkennen en heeft de horrorklassieker beter dan ooit in de vingers.
De regisseur is naast griezelen ook een enorme fan van Looney Tunes-achtige humor. Zijn films waren daardoor vaak te lollig, maar in de serie vindt Muschietti een betere balans. Door de mix van horror en humor doet zijn serie nog het meest denken aan de Nightmare on Elm Street-reeks: even vaak hilarisch als doodeng.
Af en toe vliegt de serie qua de lolligheid nog wel uit de bocht. Zo heeft een spookachtige achtervolging door een begraafplaats meer weg van Scooby-Doo dan van Stephen King. Gelukkig zijn dit de uitzonderingen die bevestigen dat de makers weten wat Pennywise zo fascinerend maakt. De terugkerende Bill Skarsgård is in deze rol weer even grappig als monsterlijk; je grijnst vanzelf als de clown tevoorschijn springt.
Helaas duurt het wachten daarop wel te lang. Jaws was een grote inspiratiebron voor Muschietti, wat betekent dat hij de clown in de eerste helft van de serie amper laat zien. Een twijfelachtige redenering, want Steven Spielberg had niet al twee Jaws-films op zijn naam staan toen hij een wereldwijde haaienangst creëerde. Het voelt een beetje goedkoop om ons zo lang te laten wachten tot Skarsgård uit het doosje springt. Hij staat tenslotte wel op al het marketingmateriaal.
Een opsteker is wel dat het gebrek aan de clown andere personages meer ruimte geeft. Alleen is de groep kinderen die Pennywise deze keer terroriseert minder interessant. Het voelt een beetje alsof een lijstje Stephen King-stereotypes wordt afgevinkt. Zo is er het rare meisje dat iedereen gek vindt en de slimme jongen die gepest wordt zijn. En dat zowaar de interessantere kinderen! De volwassenen vullen de ruimte veel beter in. Bijvoorbeeld de paranormaal begaafde Dick Hallorann, een oude bekende uit The Shining, wiens confrontaties met Pennywise en diens traumatiserende hallucinaties keer op keer voor hoogtepunten zorgen.
Deze momenten brengen de verfrissing die It: Welcome to Derry het bekijken waard maken. In essentie is de serie wel te veel een herhalingsoefening. De langzame introductie van de clown is bovendien eerder frustrerend dan fascinerend. De makers willen in het volgende seizoen nog verder terug in de tijd gaan. Hopelijk geeft dat de clown meer nieuw materiaal.
It: Welcome to Derry laat zien hoe de gevreesde clown Pennywise in het Amerikaanse stadje Derry terechtkwam. Probleem is alleen dat de meeste details daarover al door de twee recente It-films zijn onthuld. Heeft de horrorclown van Stephen King daarmee nog genoeg materiaal voor een serie of kan het circus beter vertrekken naar de volgende stad?
In zekere zin is It: Welcome to Derry meer in lijn met het Kings bronmateriaal dan de twee recente films die daarop werden gebaseerd. Deze prequelserie vindt plaats in de vroege jaren zestig. Een stuk dichter bij de jaren vijftig van het boek dan de jarentachtigsetting à la Stranger Things waar de films voor kozen.
De nieuwe tijdsperiode is gelijk een goede stemmingmaker. De politiek geladen sixties, vol prominent racisme en vreemdelingenhaat, lenen zich namelijk goed voor een verhaal over angst. Nog een fijn verschil met de films verschijnt al gelijk in de eerste scène: massa's geweld. Regisseur Andy Muschietti krijgt ditmaal veel meer ruimte om bloederige horror te verkennen en heeft de horrorklassieker beter dan ooit in de vingers.
Gerelateerd nieuws
De regisseur is naast griezelen ook een enorme fan van Looney Tunes-achtige humor. Zijn films waren daardoor vaak te lollig, maar in de serie vindt Muschietti een betere balans. Door de mix van horror en humor doet zijn serie nog het meest denken aan de Nightmare on Elm Street-reeks: even vaak hilarisch als doodeng.
Af en toe vliegt de serie qua de lolligheid nog wel uit de bocht. Zo heeft een spookachtige achtervolging door een begraafplaats meer weg van Scooby-Doo dan van Stephen King. Gelukkig zijn dit de uitzonderingen die bevestigen dat de makers weten wat Pennywise zo fascinerend maakt. De terugkerende Bill Skarsgård is in deze rol weer even grappig als monsterlijk; je grijnst vanzelf als de clown tevoorschijn springt.
Helaas duurt het wachten daarop wel te lang. Jaws was een grote inspiratiebron voor Muschietti, wat betekent dat hij de clown in de eerste helft van de serie amper laat zien. Een twijfelachtige redenering, want Steven Spielberg had niet al twee Jaws-films op zijn naam staan toen hij een wereldwijde haaienangst creëerde. Het voelt een beetje goedkoop om ons zo lang te laten wachten tot Skarsgård uit het doosje springt. Hij staat tenslotte wel op al het marketingmateriaal.
Een opsteker is wel dat het gebrek aan de clown andere personages meer ruimte geeft. Alleen is de groep kinderen die Pennywise deze keer terroriseert minder interessant. Het voelt een beetje alsof een lijstje Stephen King-stereotypes wordt afgevinkt. Zo is er het rare meisje dat iedereen gek vindt en de slimme jongen die gepest wordt zijn. En dat zowaar de interessantere kinderen! De volwassenen vullen de ruimte veel beter in. Bijvoorbeeld de paranormaal begaafde Dick Hallorann, een oude bekende uit The Shining, wiens confrontaties met Pennywise en diens traumatiserende hallucinaties keer op keer voor hoogtepunten zorgen.
Deze momenten brengen de verfrissing die It: Welcome to Derry het bekijken waard maken. In essentie is de serie wel te veel een herhalingsoefening. De langzame introductie van de clown is bovendien eerder frustrerend dan fascinerend. De makers willen in het volgende seizoen nog verder terug in de tijd gaan. Hopelijk geeft dat de clown meer nieuw materiaal.