
Recensie
Apple TV+-serie 'Stick': golfversie van 'The Color of Money' gemixt met een beetje 'Tin Cup'
Je hoeft niet van golf te houden om toch te genieten van deze rustige sportkomedie die nooit moeite doet om grappig te zijn.
Regie: Jonathan Dayton, David Dobkin, Valerie Faris, e.a. | Cast: Owen Wilson (Pryce Cahill), Peter Dager (Santi Wheeler), Marc Maron (Mitts), Mariana Treviño (Elena), Lilly Kay (Zero), Judy Greer (Amber-Linn), Ryan Kiera Armstrong (Angela), Timothy Olyphant (Clark Ross), e.a. | Afleveringen: 10 | Speelduur: 30-45 minuten | Jaar: 2025
Owen Wilson is niet bepaald een geboren actieheld. Maar als imperfecte Amerikaan die zichzelf speelt met de charme van een James Stewart en de onschuld van Gary Cooper kwam hij altijd wel aan de bak in lichte komedies. Daarom is hij zeer goed gecast in de tragikomedie Stick, ook al blijft het een kwestie van 'you love him or you hate him'. Wilson doet exact wat je van hem kan verwachten en het is nog een vrij amusante serie ook.
Showrunner Jason Keller, vooral bekend als scenarist van Le Mans '66, speelt flink leentjebuur bij The Color of Money. Maar in plaats van poolzaaltjes speelt Stick zich af in de golfwereld. Net zoals Fast Eddie, het personage van Paul Newman, is protagonist Pryce een voormalige superster die aan de grond zit en hier en daar overleeft met een bescheiden oplichterij. Maar dan ontmoet hij de zeventienjarige Santi, het Tom Cruise-personage, die een golfclub hanteert zoals Jimy Hendrix een gitaar.
Pryce, in zijn hoogtijdagen aangesproken als Stick, ziet niet alleen goud in de jongen, maar ook een weg naar een nieuw leven na een zeer tragische periode. Maar die weg is lang. Op het voorstel van Pryce om samen de grote golftornooien af te gaan reageert Santi als de puber die hij nog is: eerst heeft hij geen zin, vervolgens wil hij niets leren (zeker niet van een oude vent) en daarna luistert hij enkel nog naar de woke-litanieën van geen jonge vrouw op wie hij meteen smoorverliefd wordt.
Stick laat zich bekijken als een roadmovie, al gaat die pas vanaf aflevering drie echt van start. Tijdens de trips leer je de dysfunctionele bende kennen die een hechte familie wordt: Mitts, de voormalige caddie van Stick die overal commentaar op heeft, Elena, de overbeschermende moeder van Santi, Zero, het mysterieuze en opportunistische liefje van de jongen en uiteindelijk Santi en Pryce zelf. Het voornaamste conflict dient zich aan wanneer Pryce tegen beter weten in Santi bedriegt om hem beter te laten spelen. Maar je ziet al van ver aankomen dat laatstgenoemde daar ooit achter zal komen.
Keller zit er duidelijk niet mee in dat het publiek mogelijk ontdekt dat hij uit The Color of Money plundert, want zijn eindscène is bijna identiek aan die van de Martin Scorsese-film. Het geeft ook niet. Stick houdt het allemaal wat lichter, meer in de richting van het Kevin Costner-vehikel Tin Cup. En net als die golffilm doet de showrunner geen moeite om grappen voor een breed publiek te bedenken. Alles vloeit voort uit de interactie tussen de personages. Wie hilarische toestanden verwacht zal dus ontgoocheld zijn.
Keller houdt een zeer rustig tempo aan, maar de opbouw van het verhaal is boeiend genoeg om tien afleveringen te overbruggen. Vooral omdat het leuk is om zien hoe een surrogaatvader leert omgaan met de puber die hij nooit heeft gehad. Daarin steekt het beetje tragiek van de serie dat gelukkig beperkt sentimenteel wordt uitgebuit. Uiteindelijk gaat Stick daarover: troosteloze vaders die een nieuwe zoon leren kennen en losgeslagen zonen die ontdekken wie echte vaders zijn.
Stick zal waarschijnlijk snel verdrinken in de massa van series die uitkomen, maar het is zeker geen rommel. Je hoeft geen sikkepit van golf te weten om toch geboeid te zijn door het spel en na de laatste aflevering heb je zowaar zin om zelf een balletje te slaan. Het is de ideale serie voor wie iets wil zien dat rustig, geweldloos, upbeat, ongeforceerd grappig en prima geacteerd is. Geen topserie, maar een perfect tussendoortje als je ervoor in de stemming bent.
Owen Wilson is niet bepaald een geboren actieheld. Maar als imperfecte Amerikaan die zichzelf speelt met de charme van een James Stewart en de onschuld van Gary Cooper kwam hij altijd wel aan de bak in lichte komedies. Daarom is hij zeer goed gecast in de tragikomedie Stick, ook al blijft het een kwestie van 'you love him or you hate him'. Wilson doet exact wat je van hem kan verwachten en het is nog een vrij amusante serie ook.
Showrunner Jason Keller, vooral bekend als scenarist van Le Mans '66, speelt flink leentjebuur bij The Color of Money. Maar in plaats van poolzaaltjes speelt Stick zich af in de golfwereld. Net zoals Fast Eddie, het personage van Paul Newman, is protagonist Pryce een voormalige superster die aan de grond zit en hier en daar overleeft met een bescheiden oplichterij. Maar dan ontmoet hij de zeventienjarige Santi, het Tom Cruise-personage, die een golfclub hanteert zoals Jimy Hendrix een gitaar.
Pryce, in zijn hoogtijdagen aangesproken als Stick, ziet niet alleen goud in de jongen, maar ook een weg naar een nieuw leven na een zeer tragische periode. Maar die weg is lang. Op het voorstel van Pryce om samen de grote golftornooien af te gaan reageert Santi als de puber die hij nog is: eerst heeft hij geen zin, vervolgens wil hij niets leren (zeker niet van een oude vent) en daarna luistert hij enkel nog naar de woke-litanieën van geen jonge vrouw op wie hij meteen smoorverliefd wordt.
Gerelateerd nieuws
Stick laat zich bekijken als een roadmovie, al gaat die pas vanaf aflevering drie echt van start. Tijdens de trips leer je de dysfunctionele bende kennen die een hechte familie wordt: Mitts, de voormalige caddie van Stick die overal commentaar op heeft, Elena, de overbeschermende moeder van Santi, Zero, het mysterieuze en opportunistische liefje van de jongen en uiteindelijk Santi en Pryce zelf. Het voornaamste conflict dient zich aan wanneer Pryce tegen beter weten in Santi bedriegt om hem beter te laten spelen. Maar je ziet al van ver aankomen dat laatstgenoemde daar ooit achter zal komen.
Keller zit er duidelijk niet mee in dat het publiek mogelijk ontdekt dat hij uit The Color of Money plundert, want zijn eindscène is bijna identiek aan die van de Martin Scorsese-film. Het geeft ook niet. Stick houdt het allemaal wat lichter, meer in de richting van het Kevin Costner-vehikel Tin Cup. En net als die golffilm doet de showrunner geen moeite om grappen voor een breed publiek te bedenken. Alles vloeit voort uit de interactie tussen de personages. Wie hilarische toestanden verwacht zal dus ontgoocheld zijn.
Keller houdt een zeer rustig tempo aan, maar de opbouw van het verhaal is boeiend genoeg om tien afleveringen te overbruggen. Vooral omdat het leuk is om zien hoe een surrogaatvader leert omgaan met de puber die hij nooit heeft gehad. Daarin steekt het beetje tragiek van de serie dat gelukkig beperkt sentimenteel wordt uitgebuit. Uiteindelijk gaat Stick daarover: troosteloze vaders die een nieuwe zoon leren kennen en losgeslagen zonen die ontdekken wie echte vaders zijn.
Stick zal waarschijnlijk snel verdrinken in de massa van series die uitkomen, maar het is zeker geen rommel. Je hoeft geen sikkepit van golf te weten om toch geboeid te zijn door het spel en na de laatste aflevering heb je zowaar zin om zelf een balletje te slaan. Het is de ideale serie voor wie iets wil zien dat rustig, geweldloos, upbeat, ongeforceerd grappig en prima geacteerd is. Geen topserie, maar een perfect tussendoortje als je ervoor in de stemming bent.