search
Netflix-serie 'The Waterfront': en toen kwam Topher Grace
Recensie

Netflix-serie 'The Waterfront': en toen kwam Topher Grace

Deze weinig ambitieuze gangsterfamiliesoap wordt gered door een geweldige slechterik.

Regie: Erica Dunton, Liz Friedlander, Marcos Siega, e.a. | Cast: Holt McCallany (Harlan Buckley), Maria Bello (Mae Buckley), Melissa Benoist (Bree Buckley), Jake Weary (Cane Buckley), Michael Gaston (Clyde Porter), Topher Grace (Grady), Rafael L. Silva (Shawn Wilson), e.a. | Afleveringen: 8 | Speelduur: 42-55 minuten | Jaar: 2025

Kevin Williamson maakte carrière als bedenker en showrunner van de tienersoap Dawson's Creek en scenarist van de betere Scream-films. Ideeën heeft de man wel, maar als dialoogschrijver en acteursregisseur behoort hij niet tot de top. Dat blijkt wel weer uit de soms ondermaatse vertolkingen en vreselijk banale dialogen in zijn nieuwste serie. Maar je blijft wel kijken, zeker wanneer Topher Grace opduikt als een van de leukste schurken van de laatste jaren.

The Waterfront speelt in op een bijna versleten gegeven: een familie die niet vies is van criminele zijstapjes. Harlan Buckley is de pater familias die een visafslag met bijhorend restaurant runt in North Carolina. Maar zijn bedrijf zit in de financiële problemen. De benodigde financiële injectie moet komen van drugstransport, waarvoor hij de kneepjes van het vak heeft geleerd van zijn vermoorde vader. Wanneer twee van zijn handlangers tijdens een drugstrip worden vermoord, beseft Harlan dat voor hem het tij aan het keren is.

Maar Harlan kampt ook met familieproblemen. Zijn vrouw Mae heeft hem zijn seksuele avontuurtjes wel vergeven, maar voelt dat hij, zeker na een nieuwe hartaanval, niet meer in staat is het hoofd te bieden aan de keiharde en wrede concurrentie in het drugsmilieu. Zoon Cane vergezelt zijn vader in de business, maar beschikt niet over diens onmisbare kwaliteiten. Dochter Bree worstelt met een drugsverleden en wil wraaknemen op haar broer die haar heeft onthuld als junkie.

The Waterfront mikt op een hypercommerciële mix van een drugsthriller en een jarenzeventigsoap. Min of meer The Yards of Yellowstone maar dan met vis en gekruid met een beetje Breaking Bad. Je behoort te sympathiseren met Harlan en zijn familie, omdat ze 'slechts' drugs transporteren om het familiebedrijf te redden. Maar Harlan is wel degelijk een killer, Mae heeft alles in zich om een 'godmother' te worden, Cane is zo pathetisch dat hij uiteindelijk alles doet voor een schouderklopje van zijn vader en Bree brengt iedereen in gevaar.

Williamson toont weinig andere ambities dan het maken van een vlotte serie die af en toe spannend wordt. Dat lukt, maar het soapgedeelte is bij momenten ronduit irritant. De tweederangsacteurs krijgen de clichédialogen amper over hun lippen en spelen alsof ze in de nieuwe Dallas zitten. Enkel Holt McCallany en Maria Bello, oude rotten in het vak, weten zich staande te houden. Toch krijg je het soms op je heupen wanneer Harlan voor de tiende keer, na een zoveelste ramp, vol overtuiging roept: "I can fix this."

Waarschijnlijk zullen veel kijkers er al na drie afleveringen de brui aan geven. Heel bijzonder is deze serie immers niet. Maar dan duikt Topher Grace op als de leider van een drugsbende die wil samenwerken met de Buckleys. Grace is werkelijk verrassend als een praatzieke psychopaat met ADHD: enerzijds grappig zoals Heath Ledgers Joker, anderzijds enorm dreigend zoals Joe Pesci in Goodfellas. Achter elke grap kan een doodvonnis schuilen. In zijn eentje zorgt Grace ervoor dat je toch met plezier doorgaat tot de slotaflevering.



Aanbevolen artikelen