Recensie
NPO Start-serie 'Het Gouden Uur' seizoen 2: een gouden kans gemist
De acteurs doen hun best, maar kunnen niet zoveel met het geforceerde script.
Regie: Bobby Boermans, Lourens Blok | Cast: Nasrdin Dchar (Mardik), Ellen Parren (Joelle), Sophie Veldhuizen (Michelle), Tine Joustra (Til), Charlene Sancho (Malcanthi), Yannick de Waal (Max), e.a. | Afleveringen: 6 | Speelduur: 47-54 minuten | Jaar: 2025
De kijkers van het eerste uur weten het nog wel: de term ‘het gouden uur’ duidt op de zestig minuten direct na een terroristische aanslag waarin elke seconde telt om de schade te beperken en de daders te pakken te krijgen. In dit tweede seizoen over de geplaagde agent Mardik, en de spookdreiging die als een donkere wolk boven Nederland hangt, is dat gouden uur al lang voorbij. En dat betekent dat de problemen eigenlijk niet meer te overzien zijn. Het complot tegen de gevestigde orde en de rechtstaat zwelt op tot internationale proporties.
Mardik is nog steeds een belangrijke spil in het onderzoek naar de terroristen. Zijn vingerafdrukken zijn op de autobom gevonden die aan het slot van het eerste seizoen op scherp stond. De politieagent die Mardik weg zag lopen bij het busje is nooit geïdentificeerd? Zijn vrouw en kind worden bedreigd door buurtgenoten en moeten worden overgebracht naar een veilige plaats. Natuurlijk zonder Mardik, want die zit in de gevangenis. Maar net wanneer hij ontsnapt, dient zich een nieuwe kritieke situatie aan. Een belangrijk congresgebouw in Amsterdam wordt door gemaskerde mannen bezet en de bezoekers gegijzeld. Een van hun eisen is… de vrijlating van Mardik.
Het Gouden Uur heeft ook in dit tweede seizoen een spannend en leuk vertakt plot. We volgen Mardik op zijn missie om uit handen van de politie te blijven, zijn onschuld te bewijzen, de werkelijke daders te vinden en contact te houden met zijn vrouw en dochter. Dat zijn heel veel ballen in de lucht en soms lijkt de man daardoor meer op een Jason Bourne dan op een ‘gewone’ politiebeambte, maar enerverend is het wel. Mardiks avonturen zijn echter niet het enige dat telt. De gijzeling in het congresgebouw brengt kopstukken van de politie en de AIVD samen, maar zet ze ook tegenover elkaar. Daarnaast volgen we een paar jonge agenten – oude bekenden uit seizoen één –, die elk hun eigen pad bewandelen.
De twee collega’s in het blauw hebben aanvankelijk een goede band, maar dat verandert wanneer een van hen steeds rechtsere sympathieën krijgt. Het immigratievraagstuk is het belangrijkste thema bij de (echte) Nederlandse verkiezingen en is in Het Gouden Uur de motor die alles aanstuurt. De gijzelnemers, politiebeambten, politici en gewone burgers, iedereen wordt meegezogen in de (gewapende) strijd tussen verschillende opvattingen. “Europa staat in de fik.” Het is een pessimistisch beeld van de nabije toekomst, dat beslist aan het denken zet, ook al is deze voor het effectbejag natuurlijk lekker gechargeerd.
Spannende (alhoewel niet al te geloofwaardige) ontwikkelingen, relevante maatschappelijke vraagstukken en harde actie. Maar toch gaat het jammerlijk mis met Het Gouden Uur. Alle goede kanten van deze serie worden namelijk teniet gedaan door het matige acteerwerk, al valt dat de spelers zelf misschien niet eens te verwijten. De dialogen zijn gewoon vreselijk geforceerd en stacccato geschreven. Plat gezegd, het loopt vaak voor geen meter.
De personages zeggen allemaal op dezelfde toon om de beurt hun zinnetje en laten voortdurend pauzes tussen de zinsdelen vallen. “Volgens mij is er iemand… in het bos”, “Naar binnen… nu!”. Op papier klinkt dit nog wel aardig, maar zo praat geen mens in het echt. Het is een euvel dat vaak optreedt als de schrijvers en regisseurs op álles de nadruk willen leggen. Dan gaat iedereen ineens langzaam praten en van alles uitleggen om de ernst van de situatie te benadrukken en vooral de kijker te informeren. Jammer, want Het Gouden Uur was een gouden kans om een goede terreurthriller aan het Nederlandse oeuvre toe te voegen.
De kijkers van het eerste uur weten het nog wel: de term ‘het gouden uur’ duidt op de zestig minuten direct na een terroristische aanslag waarin elke seconde telt om de schade te beperken en de daders te pakken te krijgen. In dit tweede seizoen over de geplaagde agent Mardik, en de spookdreiging die als een donkere wolk boven Nederland hangt, is dat gouden uur al lang voorbij. En dat betekent dat de problemen eigenlijk niet meer te overzien zijn. Het complot tegen de gevestigde orde en de rechtstaat zwelt op tot internationale proporties.
Mardik is nog steeds een belangrijke spil in het onderzoek naar de terroristen. Zijn vingerafdrukken zijn op de autobom gevonden die aan het slot van het eerste seizoen op scherp stond. De politieagent die Mardik weg zag lopen bij het busje is nooit geïdentificeerd? Zijn vrouw en kind worden bedreigd door buurtgenoten en moeten worden overgebracht naar een veilige plaats. Natuurlijk zonder Mardik, want die zit in de gevangenis. Maar net wanneer hij ontsnapt, dient zich een nieuwe kritieke situatie aan. Een belangrijk congresgebouw in Amsterdam wordt door gemaskerde mannen bezet en de bezoekers gegijzeld. Een van hun eisen is… de vrijlating van Mardik.
Het Gouden Uur heeft ook in dit tweede seizoen een spannend en leuk vertakt plot. We volgen Mardik op zijn missie om uit handen van de politie te blijven, zijn onschuld te bewijzen, de werkelijke daders te vinden en contact te houden met zijn vrouw en dochter. Dat zijn heel veel ballen in de lucht en soms lijkt de man daardoor meer op een Jason Bourne dan op een ‘gewone’ politiebeambte, maar enerverend is het wel. Mardiks avonturen zijn echter niet het enige dat telt. De gijzeling in het congresgebouw brengt kopstukken van de politie en de AIVD samen, maar zet ze ook tegenover elkaar. Daarnaast volgen we een paar jonge agenten – oude bekenden uit seizoen één –, die elk hun eigen pad bewandelen.
De twee collega’s in het blauw hebben aanvankelijk een goede band, maar dat verandert wanneer een van hen steeds rechtsere sympathieën krijgt. Het immigratievraagstuk is het belangrijkste thema bij de (echte) Nederlandse verkiezingen en is in Het Gouden Uur de motor die alles aanstuurt. De gijzelnemers, politiebeambten, politici en gewone burgers, iedereen wordt meegezogen in de (gewapende) strijd tussen verschillende opvattingen. “Europa staat in de fik.” Het is een pessimistisch beeld van de nabije toekomst, dat beslist aan het denken zet, ook al is deze voor het effectbejag natuurlijk lekker gechargeerd.
Spannende (alhoewel niet al te geloofwaardige) ontwikkelingen, relevante maatschappelijke vraagstukken en harde actie. Maar toch gaat het jammerlijk mis met Het Gouden Uur. Alle goede kanten van deze serie worden namelijk teniet gedaan door het matige acteerwerk, al valt dat de spelers zelf misschien niet eens te verwijten. De dialogen zijn gewoon vreselijk geforceerd en stacccato geschreven. Plat gezegd, het loopt vaak voor geen meter.
De personages zeggen allemaal op dezelfde toon om de beurt hun zinnetje en laten voortdurend pauzes tussen de zinsdelen vallen. “Volgens mij is er iemand… in het bos”, “Naar binnen… nu!”. Op papier klinkt dit nog wel aardig, maar zo praat geen mens in het echt. Het is een euvel dat vaak optreedt als de schrijvers en regisseurs op álles de nadruk willen leggen. Dan gaat iedereen ineens langzaam praten en van alles uitleggen om de ernst van de situatie te benadrukken en vooral de kijker te informeren. Jammer, want Het Gouden Uur was een gouden kans om een goede terreurthriller aan het Nederlandse oeuvre toe te voegen.