search
HBO Max-serie 'The Chair Company': (niet) alles is een complot
Recensie

HBO Max-serie 'The Chair Company': (niet) alles is een complot

De nieuwe komedieserie van en met Tim Robinson begint leuk, maar niet alle kwinkslagen werken.

Regie: Andrew DeYoung, Aaron Schimberg | Cast: Tim Robinson (William Ronald Trosper), Lake Bell (Barb Trosper), Joseph Tudisco (Mike Santini), Will Price (Seth Trosper), Sophia Lillis (Nathalie Trosper), Lou Diamond Phillips (Jeff Levjman), Jim Downey (Douglas), e.a. | Afleveringen: 8 | Speelduur: 26-36 minuten | Jaar: 2025

Het leven van projectondernemer Ron is geen mysterie, totdat hij finaal door een bureaustoel heen zakt en alles verandert. Zo banaal als die synopsis leest, zo wonderlijk is de uitwerking van The Chair Company. Deze semi-geslaagde komedieserie vermaakt vooral in de eerste paar afleveringen dankzij de geflipte vertolking van Tim Robinson als een familieman op complottoer.

"Ron is geen detective", slaat iemand de spijker op zijn kop. "Hij is dol op winkelcentra." In de eerste aflevering zweet deze bedrijfsgoeroe peentjes vanwege een naderende podiumpresentatie. Als je ziet hoe hyperactief de man tijdens een familie-etentje een non-discussie over zijn werk aangaat, begrijp je waarom. Ron zou iets meer aan zijn hart moeten denken en iets minder aan het contrast tussen schaamteloze commercie en duurzaamheidsdoelen.

Rons kopzorgen over het slagen van zijn presentatie blijken ongegrond. Hij voltooit zijn pitch, neemt zijn applaus in ontvangst en kan eindelijk goed uitademen. Tot hij dus finaal door zijn bureaustoel zakt. Want bij het omhoogkomen kijkt hij per ongeluk een luttele seconde onder het rokje van een vrouwelijke collega. Bekomen van de schrik heeft hij twee problemen. Met dat grensoverschrijdende gedrag – bewust of onbewust – gaat hij niet zomaar wegkomen. En het bedrijf dat die bureaustoel heeft gemaakt? Dat moet beslist worden aangeklaagd.

Robinson en zijn coscenaristen spelen slim met toon en genre door Ron na dit basale incident op het spoor te brengen van een verreikende samenzwering. Driftig rondbellend ontdekt het slachtoffer van de slechte stoel snel dat de klantenservice van het verantwoordelijke bedrijf nog slechter bereikbaar is dan Facebook. Sterker nog: het lijkt erop dat zo'n klantenservice helemaal niet bestaat en dat het kantoormeubelmerk een dekmantel is voor iets schimmigers.

The Chair Company flirt gretig met satire (met #MeToo, complottheorieën en verschillende facetten van bedrijfscultuur als doelwitten), maar is toch vooral de eenmansshow van een op hol geslagen Robinson. Vooral in de eerste afleveringen werkt het op de lachspieren hoe deze zenuwlijer pur sang keer op keer doordraait. Al is dat ook niet helemaal onbegrijpelijk, want een onbekende beller valt hem steeds lastig met dreigende telefoontjes.

Op de beste momenten is het alsof de gebroeders Coen een flinke slinger aan The Office hebben gegeven en daar een vleugje Severance-mysterie aan hebben toegevoegd. Het eindproduct is daarmee qua insteek onmogelijk te duiden. Zo krijgt Ron in zijn zoektocht assistentie van een maffiatype zónder dat het scenario ooit serieus gaat leven als misdaadverhaal.

Helaas gaat het overdreven acteren van Robinson op den duur op de zenuwen werken, vooral omdat er verder te weinig ontwikkeling in het scenario zit. De makers spelen doelbewust met de banaliteit van hun oorspronkelijke uitgangspunt, maar door aan te sturen op een anticlimax missen ze de kans om de satirische laagjes scherper uit te werken. Bovendien komen lang niet alle sketchachtige scènes even goed uit de verf.

De chemie tussen Robinson en tegenspeelster Lake Bell (als zijn vrouw Barb) laat te wensen over. En misschien zat er ook wel meer in de bijrollen van Sophia Lillis en Will Price als Rons kinderen, ook al worden die alleraardigst neergezet. Maar goed, The Chair Company is nu eenmaal geen familiedrama. Althans, niet in de letterlijke zin van het woord: een vader die continu over zijn theewater acteert zou je toch geen enkel gezin toewensen.



Aanbevolen artikelen