'The Confessions of Frannie Langton': meer dan een kostuumdrama
Frannie is veel meer dan een zwarte vrouw in de negentiende eeuw mag zijn. En dat is maar goed ook.
"Dit is mijn verhaal. Een verhaal over liefde, terwijl iedereen verwacht dat het een verhaal is over moord." Frannie Langton is de verteller van dit verhaal. Haar verhaal. Het verhaal van een zwarte, queer vrouw in de negentiende eeuw. "Je verwacht ongetwijfeld weer zo'n slavernijgeschiedenis vervuld van ellende en wanhoop", vervolgt ze. "Maar dat zal het niet zijn. Dit verhaal gaat over mij." En juist omdat deze miniserie over haar gaat, gaat The Confessions of Frannie Langton over zoveel meer.
Frannie Langton wordt in bed gevonden naast het levenloze lichaam van een vrouw, met beneden het eveneens levenloze lichaam van haar echtgenoot. In tranen en totale paniek wordt Frannie afgevoerd. De tenlastelegging: de dubbele moord op George Benham en zijn vrouw Marguerite. Niet veel later zal blijken dat Frannie werkte voor het welgestelde echtpaar en een affaire had met Marguerite.
In vier afleveringen komen Frannies herinneringen tot leven en vallen de puzzelstukjes langzaamaan op hun plek. Of Frannie een moord te bekennen heeft, blijft tot de laatste momenten spannend. Dit is immers geen verhaal over moord, maar over liefde. Een onmogelijke liefde, want in 1876 is een relatie tussen twee vrouwen ondenkbaar. Als een van die vrouwen dan ook nog eens zwart is, zijn de rapen helemaal gaar.
Precies dat gegeven maakt The Confessions of Frannie Langton meer dan het zoveelste Britse kostuumdrama. Het is een verhaal over ongelijkheid tussen zwart en wit, tussen arm en rijk, maar vooral tussen man en vrouw. In 1876 was die ongelijkheid een vanzelfsprekend gegeven. Verzet vindt plaats in stilte en achter gesloten slaapkamerdeuren. Tot Frannie haar verhaal deelt. Want in de rechtbank bekent ze uiteindelijk veel meer dan de mensen willen horen.
Aan de hand van vaak gefragmenteerde herinneringen worden we niet slechts meegenomen door het liefdesverhaal en het tragische einde daarvan, maar leidt Frannie ons ook langs haar vorige werkgever: een man die onderzoek deed naar de zwarte medemens en daarbij Mengele-achtige methodes niet schuwde. Methodes die ook in 1876 al strafbaar waren. Ze laat zien hoe ze ondanks de afschaffing van de slavernij, ruim veertig jaar eerder, nog steeds als eigendom wordt beschouwd. Net als haar minnaar overigens, want ook een welgestelde witte vrouw is uiteindelijk niets meer dan het eigendom van haar man.
Door de fragmentarische manier van vertellen, waarbij de tijd wordt gesprongen en halve en hele herinneringen elkaar afwisselen, grijpt de serie je meteen bij de kladden. In eerste instantie om de sleutel tot Frannies (on)schuld te vinden, maar naarmate de serie vordert wil je vooral haar als mens doorgronden. Een mens dat velen niet in haar willen zien.
De belezen – want er is geen tekort aan boeken in het huis van een man die zichzelf wetenschapper waant – en vrijdenkende Frannie is een rijk personage dat een ander perspectief op de negentiende eeuw biedt. Want, om opnieuw met Frannies woorden te spreken, niemand verwacht wat voor verhaal dan ook van een vrouw als zij. En juist daarom gaat The Confessions of Frannie Langton over veel meer dan alleen de bekentenissen van Frannie Langton.